De gemeente Amsterdam heeft onder andere samen met de stadsdelen en schooldirecties van basisscholen afgesproken dat zij met vereende inspanningen gaan zorgen voor meer kleurrijke scholen. Kleurrijke scholen zijn gemengde scholen waar kinderen van verschillende etnische afkomst en/of uit verschillende sociaal-economische milieus samen les krijgen. Doel is om de (basis)scholen een afspiegeling te laten zijn van de buurt. Méérbelangen en VVD benadrukken hierin de vrijheid van de ouders en wijzen dwang af.
Er zijn verschillende pilots gestart om te onderzoeken hoe de basisscholen het beste resultaat bereiken. Eén daarvan, ‘Samen naar school’, loopt op IJburg. Vrije schoolkeuze Het bewust mengen van leerlingen valt niet bij iedereen goed. De fracties van Méérbelangen en de VVD hebben portefeuillehouder Thesing raadsvragen gesteld over de pilot. Beide fracties onderstrepen het recht van ouders om zelf de school voor hun kind te kiezen. ‘Ouders met een voorkeur voor een bepaald type onderwijs moeten hun kind natuurlijk naar de gedroomde school kunnen laten gaan’, stelt Frans van Vliet, voorzitter van het wijkteam IJburg namens de VVD.
‘Een afspiegeling van de buurt in de leerlingenpopulatie op school is op zich niet verkeerd’, voegt Jan Erik Burger, duo-raadslid Méérbelangen, toe, ‘zolang dit maar niet gedwongen gebeurt.’ Kansrijk-kansarm De ideale schoolsamenstelling zou 70-30 procent zijn. In die verhouding zouden zogeheten kansarme kinderen zich aan de anderen kunnen optrekken zonder dat de meerderheid daaronder lijdt. Jan Erik Burger: ‘Over de percentages bestaat echter geen eenduidigheid. De één noemt 70-30, de ander 80-20 procent. Bovendien is dit percentage gebaseerd op Amerikaans onderzoek, dat zich specifiek richt op zwart-witproblematiek. Die is niet één-op-één te vertalen naar kansrijk-kansarm in Nederland.’
In de kleurrijkescholendiscussie worden verschillende termen veelvuldig door elkaar gebruikt. Soms wordt gesproken over het terugdringen van te witte en te zwarte scholen, en speelt etniciteit een rol. Soms gaat het om het spreiden van kansrijke en kansarme kinderen, waarbij de opleiding van de ouders doorslaggevend is. ‘Die begrippen kunnen overlappen, maar dat hoeft natuurlijk helemaal niet zo te zijn. Er zijn inmiddels veel hoogopgeleide allochtonen, net zo goed als er laagopgeleide autochtonen zijn’, aldus Erik Jan Burger. Volgens het raadslid is het raadzaam om eerst te verduidelijken wat het probleem precies is, ‘als dat er is’. De discussie over de ideale schoolsamenstelling moet niet worden verward met de discussie over de wachtlijsten. Dat kinderen op populaire scholen soms moeten loten, heeft weinig te maken met een spreiding van kansrijke en kansarme kinderen.
Erik Jan Burger: ‘Bij toestroom van leerlingen tijdens het schooljaar zijn scholen soms gewoon vol. Niemand wil overvolle klassen, dat is slecht voor alle leerlingen, en zeker voor leerlingen uit kansarme milieus.’ Goed onderwijs Bertus Voortman, voorzitter van schoolbestuur STAIJ, is voorstander van kleurrijke scholen, al zijn er volgens hem de nodige praktische problemen. ‘Niet alleen moeten individuele scholen, en dus ook medezeggenschapsraden, hiermee instemmen. Ook zijn sommige scholen zoals op Steigereiland voornamelijk kansrijk, doordat hier aanvankelijk alleen kansrijke gezinnen woonden. Door het voorrangsbeleid voor broertjes en zusjes blijkt het nu lastig om er ook andere kinderen op te krijgen.’ Volgens hem is de basisvoorwaarde voor kleurrijke scholen goed onderwijs. ‘Als de kwaliteit niet goed is, zullen kansrijke kinderen zich nooit vrijwillig inschrijven.
’ Frans van Vliet benadrukt dat naar zijn mening hierin het echte probleem ligt: ‘Het probleem is niet zwart of wit, maar het bestaan van sterke en zwakke scholen. Je kunt je beter focussen op kwaliteit.’ Het grote verschil tussen hen beiden is dat de VVD ‘niet gelooft in het doel van kleurrijke scholen en al helemaal niet in het middel van bewust mengen’. De twee raadsleden zijn verheugd dat inmiddels ook Lodewijk Asscher, wethouder onderwijs van de gemeente Amsterdam, een tweedeling in de maatschappij niet aan de poort van de scholen wil bestrijden: ‘Kinderen moeten niet geslachtofferd worden voor een experiment van algemeen belang’, luidde zijn oordeel.
bron: http://www.vvdamsterdam.nl/oost/article/2380/