Geachte dames en heren, beste aanwezigen,
Welkom op deze avond waarop wij gaan spreken en discussiëren over het sociale leven van migranten met een psychische aandoening om te proberen te komen tot aanbevelingen en oplossingen.
Laat ik beginnen met een schets van de situatie zoals ik die in mijn jarenlange ervaring heb leren kennen. Ik ben Ahmed El Mesri, voorzitter van stichting Onze Hoop, de stichting die zich al jaren bezighoudt met deze doelgroep: mensen die ooit naar Nederland gekomen zijn, hier nu inmiddels al jaren wonen en een psychische aandoening en/of een fysieke beperking hebben.
Ik ben zelf geboren en getogen in Marokko en heb in mijn tocht naar Nederland - want een tocht kan ik het wel noemen - alle landen aangedaan die liggen tussen Marokko en Nederland: Spanje, Frankrijk en België.
Als je het zo opnoemt, dan lijkt het niet zo veel, maar ieder land, zo viel mij op, heeft weer een zó andere cultuur, ademt een zó andere sfeer uit dan het land dat daarvóór of daarná kwam dat ik mij voortdurend afgevraagd heb hoe ‘het nu precies in elkaar zit’. En ik vraag mij dat nog steeds af: hoe zit het nu precies in elkaar?
Er zijn een paar dingen die ik zeker weet:
(1) voor migranten zijn psychische problemen vaak nog veel moeilijker om mee om te gaan dan voor geboren en getogen Nederlanders. En als je weet hoe moeilijk het voor de laatstgenoemde groep vaak al is…
(2) Vooral bij oudere migranten neemt de psychische problematiek toe: zij zijn ooit hiernaartoe gekomen met het idee hier geld te verdienen en weer terug te keren, maar zijn inmiddels zo lang hier dat terugkeer geen optie meer is. Zij voelen zich hier, in Nederland, niet thuis, maar een terugkeer zit er ook niet meer in. Dat leidt tot een zware psychische stress.
(3) De hiervoor geschetste situatie is een realiteit waar we het hier, vanavond, over willen hebben.
Het is zo belangrijk voor ons, migranten met een beperking, om contact met elkaar te hebben. Tijdens mijn reis van Marokko naar Nederland viel mij onder andere op hoe anders er in de verschillende landen omgegaan wordt met beperkingen, met handicaps; ik vond en vind het heel fijn dat er hier een betrekkelijk vrije omgeving is om hiermee om te gaan; maar helaas, dat geldt nog steeds niet voor een heel groot deel, zelfs van de Nederlandse bevolking zelf, laat staan voor de wereld waaruit ikzelf kom. Want nog steeds worden fysieke beperkingen bij veel mensen gezien als zwakte. En dan heb ik het nog niet over al die psychische beperkingen, waarover ik het eerder gehad heb.
Stichting Onze Hoop maakt al deze dingen bespreekbaar. Ook vanavond gaan wij dit doen. Wij vinden dat er niet genoeg over gesproken kan worden. We moeten alle schaamte overwinnen, we moeten gewoon tegen elkaar zeggen: ‘Hallo, ik ben niet geboren in Nederland, maar ik woon hier en wat ik voel en ervaar, daar schaam ik mij niet voor.’
Ook mantelzorgers nodigen wij uit om hun verhaal te doen; en dat zullen er vele zijn. Want ik sneed net het verhaal van de oudere gastarbeider, als ik het woord nog mag gebruiken, aan, die nu, na veertig jaar hard werken een karig aow’tje krijgt en afhankelijk is geworden van iemand die hem verzorgt, wat in de praktijk meestal neerkomt op een familielid. En ook zij moeten de schaamte voorbij, moeten kunnen praten over hun situatie, hoe zij erin terecht gekomen zijn, hoe zij ermee om denken te gaan.
De eerste stap voorbij de schaamte is praten met anderen. Dat hoeven niet eens per se lotgenoten te zijn: het praten zelf, over de pijn, het verdriet, de teleurstelling, maar ook over de liefde, de warmte, het medeleven; al deze dingen zijn al zo belangrijk. Dat is dan ook wat wij hier vanavond gaan doen. Want wij, van de stichting Onze Hoop, proberen al jaren om het sociale isolement waarin veel - vaak oudere - migranten met een psychische aandoening zitten, te doorbreken. Daarbij betrekken wij ook graag alle mensen die met hen te maken hebben, zoals daar zijn familieleden, die ook vaak mantelzorgers zijn, vrienden, kennissen, zelfs buren, zodat er meer begrip ontstaat voor hun situatie en we daardoor kunnen komen tot een verbetering van de leefsituatie. Die verbetering kan bestaan uit het zoeken naar gepastere hulp, maar zelfs het bespreekbaar maken van de situatie waarin mensen zitten, is vaak al zo’n opluchting dat men, als dat bereikt is, al kan spreken van een verbeterde situatie.
Ik spreek de wens uit dat deze avond een bijdrage kan leveren aan deze verbetering.
Dank u wel.
Toespraak Ahmed El Mesri, bijeenkomst over migranten met psychisch aandoening, sociale isolement en hun verwanten (mantelzorgers) 31 mei 2011