Verslag van een gespreksronde / presentatie Meldcode Huislijk Geweld onder leiding van de moderator Dhr. Robert Hubers, waarbij als genodigde sprekers aanwezig waren: Stadsdeel-voorzitter Amsterdam Oost Dhr. Paarten Poorter, Mw. Wilma van der Camp sociaal werker en Mw. Joke Raak preventie-werker allebij werkzaam bij Dynamo, Mw. Melanie Verhoef projectleider BOOT/HVA en Mw. Madelon Mijer voorzitter en coordinatrice bij het Vrouwenhuis De Kat allen werkzaam in en rond Amsterdam Oost, met als gastheer Dhr. Ahmed El Mesri en vrijwilligers verbonden aan Assadaaka.
(Kindermishandeling valt het ook deels onder huislijk geweld, daarom wordt in algemene term even kort onder de term Huislijk geweld gesproken als er in algemene zin wordt gesproken, en in principe is de term Huislijk ook weg te laten, want het gaat om geweld in het algemeen, maar huislijk geweld en kindermishandeling is vaak gaande in een verborgen sfeer met een vrees/taboe om er over te spreken.)
Robert Hubers opent als moderator de middag: Er is door de overheid een staooenplan Meldcode huislijk geweld en kindermishandeling opgesteld, maar wat doe je daarmee in de praktijk? Centraal staat de vraag ‘Wat is huislijk geweld (en kindermishandeling), hoe herken je het en hoe ga je er mee om als professionall/ vrijwilliger of gewoon burger in de buurt’. Hier in Amsterdam Oost zijn wij, waaronder de medewerkers en vrijwilligers van Assadaaka als een van de eersten vooruitstrevend ermee bezig om de meldcode een practische werkvorm te geven.
Hierna kreeg Ahmed El Mesri als eerste het woord, die de presentatie met een toespraak inleidde: Huislijk geweld is een lastig te maatschappelijk probleem, want er rust een taboe op dit onderwerp ook voor de slachtoffers zelf uit schaamte en/of angst voor het erger maken ervan door met derden erover te praten. Huislijk geweld beslaat niet alleen een problematiek tussen partners, maar beslaat ook kinder- en ouderen-mishandeling.
Assadaaka is als organisatie actief in ondersteuning, waar vrouwen (veel van allochtone afkomst) laagdrempelig diverse ondersteuning krijgen. Assadaaka heeft hierdoor eigenlijk al een platform en een netwerk beschikbaar om op deze nieuwe meldcode te omarmen in de vraag hoe ga je in de praktijk met deze meldcode om.
Assadaaka heeftvertrouwenspersonen en heeft contact met diverse professionele instanties, waaronder Dynamo voor het hulpaanbod en ook de Stadsdeelraad voor een snellle interventie als deze gewenst is. De meldcode is niet alleen een code om huislijk geweld te melden, maar ook een code ter preventie naar erger geweld in een eerder stadium. De meldcode gaat een sociale cohesie met oog voor en hulp aan elkaar en niet over een verklikker-cultuur.
Marten Poorter: Er is een uitvoeringsplicht ontstaan met deze Meldcode Huislijk geweld. Maar hoe realiseer je zoiets in de praktijk? De antwoorden betreft praktisch werkzaamheid in uitvoering ervan komen dichterbij. Enerzijds is er het organisatie-probleem wat we het hoofd bieden met een netwerk met organisaties zoals Dynamo en Vrouwenhuis De Kat, maar anderzijds is er het probleem hoe je vermoedelijke slachtoffers kan benaderen. V aak kunnen we slachtoffers in hun probleem niet op tijd bereiken. Het krijgen van vertrouwen krijgen van slachtoffers in het omgaan met de meldcode is het moeilijkste.
Iedereen heeft zijn eigen methode in persoonlijke omgang, maar het vertrouwen an sich is en blijft het moeilijkste onderwerp. Hoe bereik je een slachtoffer? Geweld tegen partners, kinderen, vrouwen, ouderen, je benaderd hen in kwetsbare momenten ermee, daar is een innovatieve manier van omgang voor nodig, waarbij zelf hulp organiseren en deels mee te gaan met het slachtoffer een manier is. Daarom is er een meldcode. en om die meldcode adequaat vorm te geven zijn er trainingen en is investering erin nodig voor jezelf en Amsterdam als leefbare stad.
Marten Poorter: Er is een uitvoeringsplicht ontstaan met deze Meldcode Huislijk geweld. Maar hoe realiseer je zoiets in de praktijk? De antwoorden betreft praktisch werkzaamheid in uitvoering ervan komen dichterbij. Enerzijds is er het organisatie-probleem wat we het hoofd bieden met een netwerk met organisaties zoals Dynamo en Vrouwenhuis De Kat, maar anderzijds is er het probleem hoe je vermoedelijke slachtoffers kan benaderen. V aak kunnen we slachtoffers in hun probleem niet op tijd bereiken. Het krijgen van vertrouwen krijgen van slachtoffers in het omgaan met de meldcode is het moeilijkste.
Iedereen heeft zijn eigen methode in persoonlijke omgang, maar het vertrouwen in zich is en blijft het moeilijkste onderwerp. Hoe bereik je een slachtoffer? Geweld tegen partners, kinderen, vrouwen, ouderen, je benaderd hen in kwetsbare momenten ermee, daar is een innovatieve manier van omgang voor nodig, waarbij zelf hulp organiseren en deels mee te gaan met het slachtoffer een manier is. Daarom is er een meldcode. en om die meldcode adequaat vorm te geven zijn er trainingen en is investering erin nodig voor jezelf en Amsterdam als leefbare stad.
Marten Poorter: Er is een uitvoeringsplicht ontstaan met deze Meldcode Huislijk geweld.
Maar hoe realiseer je zoiets in de praktijk? De antwoorden betreft praktisch werkzaamheid in uitvoering ervan komen dichterbij. Enerzijds is er het organisatie-probleem wat we het hoofd bieden met een netwerk met organisaties zoals Dynamo en Vrouwenhuis De Kat, maar anderzijds is er het probleem hoe je vermoedelijke slachtoffers kan benaderen.
Vaak kunnen we slachtoffers in hun probleem niet op tijd bereiken. Het krijgen van vertrouwen krijgen van slachtoffers in het omgaan met de meldcode is het moeilijkste.
Iedereen heeft zijn eigen methode in persoonlijke omgang, maar het vertrouwen ia zich is en blijft het moeilijkste onderwerp. Hoe bereik je een slachtoffer? Geweld tegen partners, kinderen, vrouwen, ouderen, je benaderd hen in kwetsbare momenten ermee, daar is een innovatieve manier van omgang voor nodig, waarbij zelf hulp organiseren en deels mee te gaan met het slachtoffer een manier is. Daarom is er een meldcode. en om die meldcode adequaat vorm te geven zijn er trainingen en is investering erin nodig voor jezelf en Amsterdam als leefbare stad.
Fatima Administratie Assadaaka (begeleid jongeren bij prolematieken met huislijk geweld): In de zomervakantie zijn veel buurthuizen dicht, waaronder Assadaaka, die nota bene in een sporthal is gevestigd. Er zijn gezinnen, die gratis brood voor de armen komen halen bij Ahmed, die dan zeg maar verhongeren met bijkomende problematieken in gedragingen. Kan de Stadeelraad helpen, om buurtuizen open te houden in de zomervakanties? Maarten: niet allee buurhuizen zijn gesloten, maar soms zijn er practische redenen aanwezig zoals bij voorbeeld de sporthal waar Assadaaka in zit, die afhankelijk zijn van bevoegd aanwezig toezicht in de sporthal als deze open is, maar inderdaad er zou eigenlijk een soort ‘zomerwacht organisatie’ moeten komen.
Dynamo: Wij zijn altijd open, maarde ervaring leert dat er een kosten-efficientieprobleem is waardoor jongerencentra sluiten: er zijn door de vakantie zelfs veel minder jongeren aanwezig dan medewerkers op dergelijke momenten.
Wilma van der Camp maatschappelijk werker bij Dynamo: Geweld is al heel lang een onderwerp bij Dynamo en deze aandacht is zowel op personen als op groepen gericht.
Maar er zijn dus ook andere vormen van grensoverschreidend gedrag. Voor de vrouwen en kinderen hebben we nu een aandachtsfunctionaris, die de uitvoering van de meldcode voor Dynamo verder gaat ontwikkelen met de eigen bestaande contactpersonen in een persoonlijke zelf-hulp organisatie, want signalering is in de praktijk met je neus er boven op, de waarnemer van het eerste uur, daar komt het op de schouders neer en komt het op aan, want wat ziet die en wat doet die medewerker/vrijwilliger er vervolgens dan mee?
Melanie Verhoef projectleider bij HVA BOOT: Op onze Hogeschool laten we studenten ook in de maatschappij zelf leren en ervaren ook met de meldcode. Een stichting praat over een gesignaleerd probleem, dan is het vervolgens aan de profeesional hoe die met demeldcode en de melding omgaat. Preventie is ook een belangrijk onderwerp voor medewerkers en het stadsdeel, maar wat betekent de meldcode en hoe ga je ermee, wat zijn signalen van huislijk geweld en hoe krijg je daar (alert) oog voor. Vorig jaar hebben 5 studenten praktijkgericht onderzoek gedaan onder professionals en vrijwilligers in het leren om te gaan met meldingen van geweld. Hoe kan je iets concreets met de melding doen, hoe kan je mensen bereiken over de meldcode, zodat ook vrijwilligers in de buurt ermee kunnen werken. Wat is het probleem waar je op moet letten ten behoeve van de uitvoering van de meldcode? Er zijn diverse aspecten aan de problematiek van huislijk geweld ten behoeve van het opakken van de signalering: aleereerst is er een goede samenwerking nodig binnen een basis van vertrouwen. Dit jaar hebben we een groep tweedejaars ergotherapie-studenten (blanco betreft ervaring) er op los gelaten: hoe maak je de meldcode duurzaam toegankelijk en toepasbaar is voor diverse vrijwilligersorganisaties? De meldcode als schematisch format moet niet alleen bi nen de eigen organisatie met de bijhorende eigen verantwoordelijkheden werken (anders blijft de gesignaleerde problematiek enkel bij de melding). In het begin waren ook nog niet alle organisaties bekend met de meldcode, maar het verspreid voort. Ahmed: het bestaan van de meldcode is het eerste onderwerp, maar er is nog geen practische winst behaalt ermee, en hiervoor is vertrouwen winnen het allerbelangrikste ingredient. Geth vrijwilliger bij Assadaaka: er zijn 44 sessies georagniseerd voor vrijjwilligers ook bij de witte Boei bijvoorbeeld over wat is huislijk geweld en kindermishandeling, en hoe herken je (stille) signalen en hoe maakt je contact erin. Madelon Mijer van Vrouwenhuis De Kat: de vertrouwens persoon is alles in het eerste contact, daar staat of valt de practische uitvoering hulpverlening. Vaak is het een vrijwilliger die de eerste signalering maakt en die dat vervolgens dan moet melden, maar hoe ga je daar mee om, want er is ook het onderwerp eigen veiligheid ermee. Na het signaleren moet je eerste vertrouwen wekken alvorens je kan melden. Wat is de juiste aanpak in de praktijk naar het slachtoffer toe rond het bieden van hulp, want daar gaat het uiteindelijk om.
Madelon Mijer van Vrouwenhuis De Kat (vervolg): Er is een meldketen in samenwerking, maar het begin ervan is het practisch kunnen oppaken van het problleem met signaleren, verrouwen wekken en kunnen melden. De meldcode (plicht) roept ook angsten opin het omgaan met verantwoordelijkheden, want je eigen onderbuik gevoelens bestaan ook naast/met je intuitie. OOK daar is vertrouwen het toverwoord: je moet zo snel melden en niet te lang wacjten uit persoonlijke angst. Vroegtijdg signaleren is binnen een zekere laagdremeligheid van melden (hoe langer je wacht hoe moeilijker de probleemsituatie en het melden wordt) en wekt tevens constructief aan de vertrouwensrelatie. Naast de melding is ook de terugkoppeling belangrijk: wat is er met een melding vervolgens gedaan? Momenteel is de capaciteit nog beperkt om aandacht te geven aan meldingen,maar als er meer resultaat met de uitvoering van de meldcode komt, zullen er ook meer meldingen komen (vanwege de ervaren werkzaamheid van melden).
Medewerker Assadaaka: Het signaleren en melden en het vervolgens kunnen opakken kan ook bemoeilijkt worden het verschil in cultuur als bikoend probleem, waardoor er een zekere stuurlossheid ontstaat. Je meoet iemand hebben als contact- en vetrouwenspersoon, die de taal (letterlijk!) verstaat en spreekt maar die ook de cultuur kent, waardoor er meer informmatie naar buiten kan komen. Assadaaka is hiier al een voorbeeld van in werkzaamheid als organisatie van de buurt. In overleg moeten casi ook geanonimiseerd in evaluatie gedeeld kunnen worden met anderen ter kwalitatieve lering ermee, want de meldcode is nieuw en we moeten er allen mee leren omgaan en een weg in vinden.
Geth Assadaaka: als er iets gebeurt is er een netwerk met kerk of moskee en buren, maar je moet je ook afvragen waarom het probleem ontstaat, want een melding is altijd achteraf, en het melden moet tijdig zijn, waarbij de mensen niet het gevoel krijgen dat ze erbij gelapt worden, maar dat je naast ze staat en dat de overheid (hulpverlening) geen tegenstanders is, want het gaat om de prakrijk van HULP bieden. In de basis is de vrijwilliger vaak de belangrijkste spil als we spreken over vroegtijdig signaleren.
Joke Raak van Dynamo: geeft een voorbeeld over ene ‘Ali’. De jongen loopt zomer en winter altijd in dezelfde kleding. Thuis is er veel ruzie, er zijn financiele problemen en Ali krijgt ook slaag. Wat doet de school? Dat is een van de eerste ingangen als we over signalering spreken. Als je met de meester erover praat zegt die: ,,ja ga er maar met de intern begeleider er over spreken”, maar als je vervolgens met de intern belleider er over spreekt zegt die weer: ,,ja, ga er maar met de meester erover praten”. Dat is de functie het eeuwige doorverwijs-loket als afschuifmethode van verantwoordelijkheden. Er moet dus een plek zijn, waar mensen terecht kunnen met hun probleem om dat probleem te kunnen doorbreken. En dat is liefst binnen de eigen organisatie, maar als extern hulpnodig is zoals Dynamo biedt kan dat, maar we beginnen hier/daar in de eigen kring van signalering en omgeving.
Opmerkingen over en weer uit het kringgesprek: het probleem an sich is niet het aan andere mensen vertellen door het slachtoffer, maar vaak werkt het als de plons in de vijver, men schrikt even op of neemt de geboden informatie direct as ter kennisgeving aan en gaat (wekijkend) weer verder met de eigen orde van de dag. We moeten ons geen illusies maken, je buurman kan iets niet oplossen (hij/zij kan wel melden), maar ga dan verder zoeken. We kunnen ook niet alles oplossen, maar we moeten ergens beginnen in de hoop dat we elkaar dan weten te vinden, daarom is vroegtijdig signaleren belangrijk. Mensen zijn slecht bereikbaar, want de hulpverlening zelf geniet ook eigen zelf-vertrouwen om hulp te bieden.
Hulpverlening kost tijd, en het probleem gaande stopt ook niet zomaar na een melding en eerste interventie, ook betreft huislijk geweld.
Wilma van der Camp maatschappelijk werker bij Dynamo: er is een meldcode opgesteld (wettelijk dus bindend) met vijf stappen van handelen, deze stappen zijn bindend voor zorg-professionals, ze zijn ook geacht deze te kennen en ook te volgen en dit geld ook voor vrijwilligersorganisaties, alhoewel het niet reeel is om dit van vrijwilligers te verwachten en de zelfde eisen van verwachtingen van handelen te kunnen stellen, maar melden is wel de eerste stap om te doen, want eigen betrokkenheid voor een ander er zijn is juist het principe van vrijwilliger zijn. De meldcode is daarom ook in stappen onderverdeeld, zie bijlage, maar als eerste is belangrijk om:
1. Te houden van mensen en betrokkenheid te tonen, dat is de binding die ook vrijwilligers hebben, waardoor er een basis is voor allereerst kunnen luistern en in communicatie verder kunnen praten, waarna een hulpverlening ermee in het verlengde bereikbaar/realiseerbaar is.
2. Het vermogen tot signalering en het verder communiceren met een (vermoedelijk) slachtoffer is ook een vaardigheid, waarbij de vragen aan een persoon op de eerste plaats vanuit een interesse worden gesteld (sociale cohesie). Hoe eerder een probleem bespreekbaar kan worden, hoe minder een gesignaleerde problematische siuatie de tijd krijgt om te kunnen escaleren.
Meldcode betekkent niet, dat je voor eigen rechter moet spelen en personenn gaan aanspreken etc., want mensen willen iets eerst ook zeker weten betreft een situatie, daarom is het belangrijk om na een contact van vermoedelijke signalen al preventief op signalen al te melden.
Siegfried vrijwilliger Assadaaka: als signaleren en melden gedaan wordt vanuit interesse voor elkaar en sociale cohesie en een signalering bleek daarna toch onjuist, dan nog als de betreffende persoon ervaart dat de melding uit bezorgdheid is gedaan voor elkaar, dan kan dit positief werken want de betreffende persoon kan hierdoor ook enthousisast worden over het principe achter de meldcode: sociaal welzijn.
Opmerkingen over en weer uit het kringgesprek: bij problematiek is het belangrijk om te zoeken naar causaliteit de in vermoedelijke problemen: is er een probleem van drugsgebruik, geldtekort, frustratie of geen geen werk of is er sprake van huislijk eweld etc., en wat zijn achtergfronden daarbinnen. Personen moeten begeleiding krijgen, want vrijwilligers moeten vragen kunnen over vragen van achtergrond over een probleem ten behoeve van de melding naar de hulpverlening toe. Een aangehaald voorbeeld is slachtoffers van oorlogsgeweld met getraumatiseerde gezinnen, gewled zit in hun denksysteem, die mensen moeten groepstrainingen krijgen om voor zover mogelijk te kunnen verwerkien wat ze hebben meegemaakt. Geweld is altijd een probleem wat verborgen op de achtergrond zich afspeelt. Vrouwen hebben ook trauma’s door een voorgeschiedenis van geweld. Geweld gaat ongemerkt door. Na melding bij Dynamo is het probleem bijvoorbeeld weer door te verwijzen naar 40-45 voor oorlogsverwerking. We moeten alles samen doen en kijken waar behoefte aan is in een warme overdracht ten behoeve van het vertrouwen, want dat is de basis van hulpverlening. En het vertrouwen levert nog een profijt op ten behoeve van de terugkoppeling, want daar is ook vertrouwen voor nodig, want een bijkomend probleem is de wettelijke geheimhoudingsplicht voor zorgverleners die terugkoppeling kan beletten als een te helpen individu deze terugkoppeling niet wenst. DUS ALLES BEGINT MET VERTROUWEN…
De middag wordt met een dankzegging afgesloten en de wens wordt uitgesproken, dat ook anderen zoals hier het initiatief zoals dit in Amsterda Oost wordt opgepakt ten aanzien van de uitvoering van deze meldcode ook overgenommen wordt door anderen. Samen maken we de maatschappij!
Siegfried van Hoek.
Voor meer informatie tijdens kantooruren:
ASSADAAKA: Polderweg 300, 1e etage, 1093 KP Amsterdam | Tel: 0647440672 | E. .(JavaScript must be enabled to view this email address) | W. http://www.assadaaka.nl